Oeps, 50 en nóg 18 jaar medisch specialist…..

Zo ongeveer meldde zich de longarts*) bij mij. Het hield hem al weer een tijdje bezig, maar het lukte hem steeds minder goed om het los te laten. Dat vooruitzicht, na 18 jaar longarts te zijn, van nog eens 18 jaar: dat maakte hem niet echt vrolijk. Niet dat zijn werk hem ging tegen staan, maar toch..

De vakgroep draaide op volle toeren, de lat lag hoog en de patiëntenzorg was toch altijd zijn passie geweest. Dacht hij. Maar nu nog 18 jaar. Hij merkte dat het hem soms wel tot aan de lippen stond en dat een goede nachtrust hem niet meer de nodige energie gaf. Zijn vrouw drong er al een tijdje op aan dat hij daar eens met iemand over moest praten.

In het eerste gesprek na onze kennismaking hebben we vooral stil gestaan bij wat nu maakte dat hij niet meer zo lekker in zijn vel zat. Het was niet zozeer de werkdruk. Hoewel zijn gepassioneerde inzet hem niet meer zo vanzelfsprekend afging, vond hij nog steeds wel voldoening in zijn werk. De samenwerking met de collega’s kwam de laatste tijd wel wat vaker onder druk te staan, maar dat lag vooral aan alle gedoe rond het oprichten van het MSB.
Nee, er was een soort onrust in hem gekomen door de vele aandacht in de media over de verschuiving van de pensioengerechte leeftijd. Dat had hem aan het denken gezet over hoe hij de komende 18 jaar nog vitaal zou kunnen blijven in zijn werk als longarts.
We spraken af dat we zijn vraag in twee onderdelen zouden opknippen. Daar was enerzijds de vraag hoe hij moest omgaan met de gedachte aan dat vooruitzicht en met het gevoel van onbehagen dat die gedachte hem gaf. Het andere deel van de vraag had betrekking op de invulling van die komende 18 jaar.

In het tweede gesprek zijn we op zijn verzoek begonnen met het omgaan met de gedachte en het gevoel aan “nog 18 jaar”. We gingen na, waar en onder welke omstandigheden of naar aanleiding waarvan zijn aandacht daar naar toe werd getrokken. Daar had hij een duidelijk beeld van. We zijn gaan “fantaseren” wat hij in die specifieke situaties zou kunnen doen om die gedachte weer los te laten. Dan zou misschien ook het gevoel van onrust minder op de voorgrond komen.
Tijdens het gesprek hebben we geoefend met verschillende vormen van korte “meditatieve” en “mindful” interventies. Hij bleek wel aan de slag te willen met een korte ademhalingsoefening en met een “ezelsbruggetje” om een ongewenste gedachte los te laten. Daarvoor zou hij het wolkje gebruiken waarin hij die ongewenste gedachte zou verpakken en die dan zou laten wegdrijven.

In het derde gesprek, ruim twee weken later, bleek hij tot zijn eigen verrassing -want hij vond het toch wel een beetje “vreemd” om te doen- dat die korte interventies hem hielpen. De ademhalingsoefening van 5 minuten deed hij vlak voordat hij ‘s ochtends de deur uit ging. Daarin oefende hij ook het “wolkje” op de gedachten die dan bij hem binnenkwamen. Hij merkte dat het hem hielp om die gedachten dan uit zijn hoofd te laten “drijven” en dat hij dat ook in de loop van de dag kon doen wanneer het vooruitzicht op nog eens 18 jaar weer in zijn gedachten sloop.
Vervolgens zijn we op een flipover gaan “brainstormen” over hoe hij de komende jaren meer variatie in zijn werk zou kunnen aanbrengen. Hoewel daar niet zo veel voor hem onbekende mogelijkheden uitkwamen, was hij toch verrast toen er een aardig lijstje op het bord kwam te staan. Dat betrof zowel mogelijkheden in de medisch inhoudelijke zin, onder andere een switch in subspecialisatie, als mogelijkheden in de niet direct patiëntgebonden sfeer, waaronder werken aan de vitaliteit van de vakgroep als geheel. Het lijstje alleen al bleek hem op te luchten, ook zonder dat hij er al een keuze uit had gemaakt. Het gaf “ruimte” in dat tot nu toe wat sombere vooruitzicht. Hij vond het ook heel interessant om eens met leeftijdgenoten in andere, niet-medische- disciplines te gaan praten. Hoe beleefden zij hun werk, wat waren hun perspectieven, en hoe gingen ze daar mee om. Hij kende diverse mensen bij wie hij dacht daar wel voor aan te kunnen kloppen. Hij had er zichtbaar zin in.

We besloten om het hier voorlopig bij te laten. Hij voelde niet echt druk meer om al op korte termijn te moeten kiezen uit de lijst met mogelijkheden. Hij wilde de tijd nemen om eens wat gesprekken met andere professional uit zijn privénetwerk te voeren.
We spraken af dat hij met mij contact zou opnemen wanneer hij dacht daarin voldoende ver gevorderd te zijn om de bevindingen met mij te evalueren.

* De persoonsgegevens zijn gefingeerd, de casus niet.